Blog Discrepantie in brandveiligheidsregels


De brandveiligheid van woningen is in Nederland op zich goed geregeld. In het wettelijk verankerde Bouwbesluit staat uitgebreid omschreven aan welke eisen woningen dienen te voldoen om de gevolgen van brand te beperken. De regelgeving kent helaas ook twee belangrijke tekortkomingen.


Er zijn verschillende eisen voor bestaande bouw en nieuwbouw, waardoor het bijvoorbeeld niet verplicht is om in oudere en veelal brandgevaarlijkere woningen zoiets elementairs als (gekoppelde) rookmelders te hebben. En het Bouwbesluit gaat uit van een gemiddelde bewoner, die in geval van brand in staat is zelfstandig en snel een veilig heenkomen te zoeken. Dat laatste vormt in toenemende mate een probleem. Nederland vergrijst niet alleen, maar moedigt ouderen ook steeds meer aan om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Dit gebeurt in toenemende mate in zogenoemde seniorencomplexen, waar veelal speciale faciliteiten worden geboden om het de bewoners gemakkelijker te maken. In sommige gevallen wordt ook extra veiligheid geboden, maar dat is dan op vrijwillig initiatief van de verhuurder. Als deze zich beperkt tot wat wettelijk is voorgeschreven aan brandveiligheid, is dat zeker met het oog op deze doelgroep gewoon onvoldoende. Het is tenslotte redelijk onwaarschijnlijk dat iemand met een leeftijd van 80 of 90 jaar ‘s-nachts bij een brandalarm in staat zal zijn om zichzelf snel via het trappenhuis vanaf de vierde etage in veiligheid te brengen. In zorginstellingen wordt hiermee rekening gehouden, maar in seniorencomplexen niet, terwijl daar in de regel ook nog eens geen of nauwelijks (en dus te weinig) hulpverleners aanwezig zijn.


In nieuwbouw gelden zwaardere eisen dan in bestaande bouw en als een gemeente daar de noodzaak van kan onderbouwen, kan deze een verhuurder op grond van artikel 13 van de Woningwet verplichten een bestaand gebouw op onderdelen aan de nieuwbouweisen te laten voldoen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als er bij de gemeente klachten over de brandveiligheid zijn binnengekomen.


Op termijn wordt het Bouwbesluit vervangen door het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL). Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft met Brandweer Nederland en de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland besproken of hierin opgenomen kan worden dat een gebouw bij verbouw of transformatie aan de eisen voor nieuwbouw dient te voldoen. Die eisen worden ook nog uitgebreid met aanvullende maatregelen tegen rookverspreiding, wat in geval van brand doodsoorzaak nummer 1 is. Zo ’n aanpassing zou dus al een grote verbetering betekenen, al wordt dan nog niets geregeld voor senioren die nu al in een ouder gebouw wonen. Voor hen kunnen gemeenten in hun woonvisie een hogere urgentie benoemen voor het brandveilig maken van sociale huurwoningen voor ouderen. De eisen worden vastgelegd in prestatieafspraken tussen gemeenten, corporaties én huurdersorganisaties. Toch biedt ook dat nog weinig garanties voor senioren in een oud gebouw. Bovendien is ook het BBL afgestemd op gemiddelde bewoners en niet op mensen met fysieke en/of mentale beperkingen.


Uit statistieken van de brandweer blijkt dat ongeveer de helft van het aantal slachtoffers van woningbranden 65 jaar of ouder is, terwijl slechts é én op de vijf Nederlanders tot deze categorie behoort. Bij de brand in De Notenhout in Nijmegen in 2015 vielen vier doden, omdat de mensen door de rookontwikkeling niet in staat waren te vluchten. Het is alleen aan de geweldige inzet van de brandweer te danken geweest dat er niet aanzienlijk veel meer slachtoffers zijn gevallen. Het gebouw voldeed aan de wettelijke veiligheidseisen, maar er was geen rekening gehouden met de verminderde zelfredzaamheid van de bewoners. Het Instituut voor Fysieke Veiligheid, het kenniscentrum van de brandweer, constateerde in 2016 al dat er een discrepantie is tussen de uitgangspunten van de Nederlandse brandveiligheidsregelgeving en de feitelijke gang van zaken bij branden in seniorencomplexen. Sterker nog: het woord seniorencomplex komt in de regelgeving niet voor! Dit is natuurlijk volstrekt onaanvaardbaar. Zeker gezien het feit dat onder senioren relatief veel brandslachtoffers vallen.


De brandveiligheidsspecialisten van Federatie Veilig Nederland pleiten er met klem voor om het begrip seniorencomplex in de regelgeving op te nemen en aan deze gebouwen in ieder geval op technisch gebied dezelfde brandveiligheidseisen te stellen als voor zorginstellingen. In een vorige column schreef ik al over het belang van brandveilige liften, zodat oudere bewoners niet genoodzaakt zijn om via trappen te vluchten. Een brandmeldinstallatie met daarnaast doormelding naar de Regionale Alarmcentrale van de Veiligheidsregio is natuurlijk ook een absolute must, evenals deugdelijke en effectieve voorzieningen die verspreiding van rook tegengaan. Denk aan een installatie voor rookafvoer, brandwerende deuren die bij alarm automatisch dichtvallen en vooral ook compartimentering voor het ook voor hulpverleners voldoende lang rookvrij houden van de vluchtroutes.


Seniorencomplexen die de risico ’s echt willen minimaliseren passen een sprinkler- of watermistinstallatie toe. Dit vergt een hogere investering bij installatie achteraf, maar in nieuwbouw staan de kosten in een redelijke verhouding tot de totale bouwsom. Goede brandbeveiliging begint sowieso met snelle detectie van de brand in combinatie met een gerichte en snelle blussing binnen 1 a 2 minuten. Meestal met blusser en/of haspel. Juist voor senioren zal de noodzakelijke snelheid een probleem kunnen vormen alsmede in de nachtelijke uren als mensen slapen. In dat geval geniet sprinkler en/of watermist de voorkeur. Beginnende branden worden direct in de kiem gesmoord, zodat een evacuatie in alle rust kan plaatsvinden en vaak zelfs niet eens nodig is. Ideaal voor de veiligheid van de bewoners, maar ook voor de brandweermensen die bij eerdere branden in seniorencomplexen hun leven op het spel moesten zetten om de bewoners op tijd naar buiten te krijgen.


Er is goede regelgeving voor zorggebouwen. Er is goede techniek voorhanden. Dus laten we niet wachten totdat dikke krantenkoppen ons er wederom op wijzen dat er nu toch echt iets moet gebeuren.


Boele Staal

Algemeen Voorzitter Federatie Veilig Nederland


Juni 2018