Nieuwe e-privacy verordening


26 november 2018


Sinds 25 mei is de AVG van kracht. Vier maanden later is het stof van deze nieuwe Europese privacyregels nog nauwelijks neergedaald. De Autoriteit Persoonsgegevens is bezig zichzelf opnieuw uit te vinden, sommige overheidsinstanties voldoen zelf nog niet aan de wet en voor het bedrijfsleven zijn er nog talloze nuances van de wet onduidelijk. Ondertussen is er in Brussel alweer een aanvullende wet in de maak: de ePrivacy-verordening (EPV). Net als de AVG dreigen deze regels het mkb flink te raken. 

De EPV zal, na inwerkingtreding, de momenteel geldende Europese ePrivacy Richtlijn (EPR) vervangen en daarmee ook de Nederlandse Telecommunicatiewet die hierop is gebaseerd. 


ePrivacy is bedoeld om de vertrouwelijkheid van digitale communicatie beter te beschermen en bevat onder meer regels voor het gebruik van e-mail, telemarketing, cookies en andere vormen van elektronische communicatie, zoals Skype en WhatsApp. Dit is belangrijk omdat vertrouwen in digitale diensten en producten een fundament is onder onze samenleving. Iedere Nederlander maakt bijna dagelijks gebruik van deze innovatieve digitale diensten. Daarom is het cruciaal dat in de nieuwe regels de juiste balans wordt gevonden tussen het recht op privacy van burgers, de werking van de digitale economie en de mogelijkheden voor het Nederlandse bedrijfsleven om te innoveren.


Uiteraard is het belangrijk om de online privacy van burgers te beschermen, maar over het hoofd wordt gezien dat de ePrivacy-verordening aan alle sectoren van de digitale economie raakt: van digitale media tot zelfrijdende auto ’s en van medische apparatuur tot smart industry, waar bijvoorbeeld logistieke- en productieprocessen worden geoptimaliseerd door data. In het beste geval leidt de verordening in al deze sectoren tot extra regeldruk. In het ergste geval kunnen producten en diensten niet meer worden aangeboden. Het ePrivacy-voorstel heeft in beide gevallen een negatieve impact op het mkb.


De onlangs ingevoerde AVG kent verschillende wettelijke grondslagen waarmee organisaties persoonsgegevens mogen verwerken. In het ePrivacy-voorstel mag er alleen nog persoonsdata worden verwerkt met toestemming van de gebruiker. Dit klinkt logisch, maar in de praktijk maakt dit het leven van zowel gebruikers als bedrijven een stuk ingewikkelder. Veel nieuwe technologie ën maken gebruik van geaggregeerde data die niets meer te maken heeft met individuele bronnen. Denk aan kunstmatige intelligentie in de zorg of toepassingen voor crowd control. Hoe zorg je dat iedere gebruiker op dagelijkse basis een ge ïnformeerde en weloverwogen beslissing neemt over uitermate complexe materie? 


Een ander probleem voor de ondernemer is dat er nieuwe regels gestapeld worden op net ingevoerde regels. We hebben nog nauwelijks een idee hoe de huidige regels uitpakken voor ondernemers. Bedrijven investeren flink om de huidige regels te kunnen naleven. Allerlei sectoren werken momenteel aan sectorspecifieke gedragsregels op basis van de AVG. Het zou toch prettig zijn als het kabinet ten minste in kaart brengt wat de gevolgen van een nieuwe wet voor mkb-bedrijven zijn. Zodat het kabinet kan aansturen op regels die goed op elkaar aansluiten.


Ook de Tweede Kamer vindt gelukkig dat kwaliteit boven snelheid gaat. Een meerderheid stemde onlangs voor een motie van Kamerlid Martin W örsd örfer die de minister oproept de effecten van ePrivacy op het mkb te onderzoeken en de uitkomsten mee te nemen in de onderhandelingen.


Wij houden u op de hoogte!


Bron: ICT Nederland