Overheid en branche praten over de toekomst van alarmering


4 april 2019


Vooral door de digitalisering verandert de samenleving razendsnel. Uiteraard heeft dat ook gevolgen voor de alarmeringssector. Bijvoorbeeld als de huidige technologie plaatsmaakt voor het ‘Internet of Things ‘. Tijdens een bijeenkomst op 28 maart discussieerden overheidspartijen en beveiligingsbranche over deze toekomst.


De discussie over hoe publiek-private samenwerking er in de digitale toekomst uit kan gaan zien ging tussen de Stuurgroep Elektronische Beveiligingsketen en Politie (SEBP) en PAC ‘s, Videotoezichtcentrales (VTC) en meldkamers van politie, brandweer en ambulance.
Aan de bijeenkomst in de Politieacademie werd deelgenomen door vertegenwoordigers van onder andere de politie, marechaussee, brandweer, ambulancediensten, ministeries, CCV, TNO en bij de Nederlandse Veiligheidsbranche en Federatie Veilig Nederland aangesloten beveiligingsbedrijven. Doel was het inventariseren van wat nieuwe ontwikkelingen als sensortechnologie en kunstmatige intelligentie kunnen bijdragen aan publiek-private samenwerking. “Veiligheid is steeds meer een verantwoordelijkheid van iedereen samen “, zei dagvoorzitter David Groen. “Dat maakt het belangrijker dat we vooral samen optrekken en dat vraagt om verbinding. Waar staan we over 5 jaar en 20 jaar? “


Afhankelijkheid
Dat samenwerking belangrijk is maakte Jeroen Lemereis wel duidelijk. Het sectorhoofd van de politie voor de meldkamers in Midden- Nederland en voorzitter van de SEBP vertelde dat zo ’n 80 procent van alle aanhoudingen door de politie op heterdaad gebeurt. Daarvoor is de politie in sterke mate afhankelijk van andere partijen. Omgekeerd zijn die partijen weer sterk afhankelijk van de politie. “We zien dat in de keten van alarmopvolging veel partijen een rol spelen. We weten ook dat de keten zo sterk is als de zwakste schakel. Als een schakel niet goed werkt, heeft dat consequenties voor de hele keten. Kijk naar overvalmeldingen. Ondanks allerlei maatregelen is nog altijd 95 procent daarvan loos. Dat betekent dat de politie soms tientallen keren per dag met meerdere eenheden voor niets moet uitrukken. De korpsleiding heeft de afgelopen jaren verschillende strategische ontmoetingen gehad met de Nederlandse Veiligheidsbranche en Federatie Veilig Nederland en daaruit zijn behoorlijke verbindingen tot stand gekomen. Er is dus een solide basis voor samenwerking. Toch gaat dat in de praktijk nog niet altijd even makkelijk. Er zijn nog steeds enorme verschillen tussen de publieke en private partijen. Maar er is ook iets dat ons bindt, namelijk dat wij met zijn allen bezig zijn in de veiligheidsketen. Ook het besef dat wij elkaar nodig hebben is volop aanwezig. De komende jaren wil de politie stappen zetten naar een betere informatie-uitwisseling en een koppeling tussen de systemen van de particuliere en publieke meldkamers.”


Loze meldingen
Will Spoor, voorzitter van de Verenigde MARC ’s Nederland, toonde de cijfers van twaalf grotere particuliere alarmcentrales over het afgelopen jaar. Gezamenlijk hadden deze 383.797 aansluitingen en verwerkten zij 8.631.301 alarmmeldingen, waarvan 20.198 inbraak-, 7.598 overval- en 1.060 brandmeldingen naar de 112-centrales werden doorgestuurd. Veel van deze meldingen zijn loos, maar ook zijn er 1579 alarmmeldingen ten onrechte niet doorgestuurd, bijvoorbeeld omdat de verplichte verificatie niet mogelijk bleek. “Wij geven alleen geverifieerde meldingen door “, zei Spoor. “Dat is maar 0,3 procent van wat wij in totaal verwerken. ” De voorzitter, die zelf ook directeur is van een particuliere alarmcentrale, benadrukte dat het belangrijk is om goede afspraken te maken over wat loos alarm is. En dat bijvoorbeeld een overvalalarm niet hetzelfde is als een paniekalarm. Het is alleen niet eenvoudig om die boodschap op de installateur en diens klanten over te brengen. Daarbij ontstaat nogal eens spanning tussen maatschappelijke en commerci ële belangen. Als private partij kun je vaak niets afdwingen, omdat de klant dan naar de concurrent gaat. “


Vloedgolf aan veranderingen
Futurist Christaan Kromme ging in op de gevolgen die de vloedgolf aan veranderingen en digitalisering heeft op het individu en het collectief. “Veel mensen leven hierdoor met de stress of zij over een paar jaar nog wel relevant zijn. Anderen zien juist kansen. Zo van hoe kan ik die golf van innovaties op het juiste moment in mijn voordeel gebruiken? Denk maar aan organisaties als Spotify, Airbnb en Uber. Die zijn niet bang voor technologie en focussen zich alleen op hoe zij mensen in hun behoefte kunnen voorzien. ” De futurist sprak over disruptie, die als een kettingreactie om zich heen grijpt. “Elke branche krijgt daarmee te maken. En je moet niet wachten tot je buurman in brand staat, want dan ben je te laat. Kijk naar de digitalisering van auto ‘s. Dankzij kunstmatige intelligentie is er veel minder kans op ongelukken. Dergelijke technologie vind je straks in elk model. We reageren niet meer op wat er gebeurt, maar op wat er gaat gebeuren. Dat biedt ook kansen voor technologie om criminaliteit te voorkomen. Maar dan moet je niet bang zijn voor die technologie en durven om uit je comfortzone te stappen. Ook als je ziet dat de markt niet meteen reageert zoals je gewild had.


Evolutionaire golven
Kromme helpt bedrijven beter te presteren door samen te werken. “Naarmate samenwerkingsverbanden groter worden, en dat worden zij door de toenemende digitalisering, lopen zij tegen steeds meer problemen aan. Dat valt te verklaren uit de evolutie. Doordat cellen gingen samenwerken konden complexere levensstructuren ontstaan. Naarmate die groter werden ontstond behoefte aan infrastructuur, zoals voedselkanalen en bloedbanen. Vervolgens kwam de behoefte aan informatie-uitwisseling, zodat het organisme zich beter kon aanpassen aan de buitenwereld en zo grotere overlevingskansen kreeg. Uiteindelijk ontstond de zesde evolutionaire golf die ons in staat stelde van elkaar te leren en elkaar te helpen. De zevende en laatste golf is het vermogen om abstracte begrippen als religie en politiek te begrijpen. Dezelfde golven zie je in de ontwikkeling van de technologie. Kunstmatige intelligentie en deep learning stellen apparaten in staat zichzelf te verbeteren. Technologie krijgt zelfs een voorspellend vermogen en kan creatief en intu ïtief functioneren. Dat is geen lineair, maar een exponentieel proces. De ontwikkelingen volgen elkaar steeds sneller op en krijgen ook steeds meer impact. “


Nieuwe mindset nodig
Voor de mens gaat veel veranderen, voorspelde Kromme. “Communicatie, empathie en creativiteit worden straks veel belangrijkere eigenschappen dan technische kennis. De samenleving zal gaan lijken op een orkest waarin ieder zijn eigen instrument bespeelt en waarbij kunstmatige intelligentie als dirigent voor de juiste harmonie zorgt. Dat vraagt een nieuwe mindset. Maar de meeste mensen zitten nog in de oude mindset. Als het fout gaat, ligt het aan een ander. In de toekomst zal echter iedereen zelf verantwoordelijkheid moeten nemen en de mindset van een ondernemer moeten hebben. Veel organisaties kijken 10 jaar terug en denken dan de toekomst te begrijpen; hetzelfde, maar dan maal twee. Zo werkt het dus niet. In 1975 vond Steve Kotler van Kodak een camera uit die beelden van 0,1 megapixels op een cassettebandje kon vastleggen. De directie zag niet in aan welke wetmatigheid deze uitvinding onderhevig was, wat jaren later tot de ondergang van het bedrijf leidde. Tegenwoordig hebben we te maken met de dematerialisatie van technologie. We hebben steeds minder fysieke apparaten nodig, want alles wordt virtueel en daardoor veel goedkoper. Uiteindelijk zien we technologie niet meer als technologie. Veel banen zullen hierdoor verdwijnen, maar er komen veel meer banen voor terug. Had je vroeger miljoenen nodig om een bedrijf te starten, nu kan je dat zonder investering. Wat je nodig hebt haal je uit de cloud. Dat geldt ook voor kennis. In de toekomst hebben we virtuele accountants, advocaten en dokters. Einstein waarschuwde hier al voor. Hij zei: als technologie de menselijke interactie overstijgt, krijgen we een volk van idioten. Daarom moeten wij naarmate de systemen beter worden onze menselijke kant versterken. Bovendien moeten wij ons niet laten remmen door het verleden. Dat doen de Chinezen ook niet en daarom zijn zij zo succesvol. “


Ethiek
Tjerk Timan van TNO ging in op de ethische kanten van technologie. “We zijn nieuwsgierig naar nieuwe technologie, maar zijn er ook een beetje bang voor. Neem de sociale media. Ze kunnen onze privacy bedreigen, maar ook helpen de maatschappij veiliger te maken. ” In het buitenland zijn er volgens Timan al meldkamers die met kunstmatige intelligentie werken. “Er is bijna geen centralist meer nodig. Die zijn er nog wel, maar met heel andere competenties. In Nederland draait een proef op dat gebied, in Eindhoven. Met verschillende sensoren wordt in het uitgaansgebied Stratumseind voorspeld wanneer de kans op incidenten toeneemt. Technologisch is dat heel mooi, maar in de praktijk heb je ook met economische en politieke keuzes te maken. Het doel kan een veilige wereld zijn, maar heiligt dat doel nog wel de middelen? En wie bepaalt dat? Dat is van groot belang als we vanuit de plichtsethiek willen dat alle mensen zich als collectief aan dezelfde regels houden. Bijvoorbeeld door mensen vanuit de deugdethiek intrinsiek te motiveren om zich wenselijk te gedragen. Dat zou de rol van de meldkamer van de toekomst kunnen worden. “


Veel mogelijkheden
Volgens Jeroen van Rest van TNO zitten we nu in de vierde industri ële revolutie, die van data en intelligente machines. “Technologie is geen tsunami, maar een golfpatroon. We hebben keuzes. De eerste golf is platformtechnologie, waarbij intelligente koppelvlakken worden gecre ëerd voor domotica, smart cities en industri ële processen. De tweede golf is big data en de derde golf is kunstmatige intelligentie. Nu denken we nog in termen van narrow artificial intelligence, ofwel intelligentie binnen een afgebakende taak, zoals een zelfrijdende auto. Maar de toekomst is intelligentie op basis van Big Data. Zo zullen nieuwe, complexe platformen ontstaan voor de communicatie tussen alarmsystemen en PAC ’s en PAC ’s en 112-centrales. ” De oproep van Van Rest was: “leg lijntjes tussen de organisaties, wordt samen wijzer. “


Zijn mensen er klaar voor?
Aan het slot van de discussiedag kon worden vastgesteld dat technologie binnen de ambulancezorg veel mogelijkheden biedt voor zorg op maat, maar dat het ook de vraag is of mensen er al klaar voor zijn. Voor de brandweer is een hogere kwaliteit van informatie en betere verificatie van alarm mogelijk, al ligt ook het gevaar van ‘infobesitas ‘ op de loer, dus dat mensen zoveel informatie moeten verwerken, dat zij niet meer snel en juist kunnen beslissen. Er is behoefte aan een visie voor 2030 en aan een beeld van de behoeftes die dan actueel zullen zijn. Hoe zorgen we dat we bijblijven en er niet achteraan gaan lopen? Vragen die alleen in goede samenwerking tussen publiek en privaat beantwoord kunnen worden!     


Bron: Beveiligingnieuws